Jazeker. Nieuwe vrijwilligers volgen altijd een introductiecursus bij het hospice. Hierbij maken ze kennis met de thema’s die leven in het hospice: hoe ga je om met verlies? Hoe communiceer je met gasten? Maar ook praktisch: hoe zet je gasten rechtop in bed en hoe werkt de postoel? Nieuwe vrijwilligers krijgen een buddy, een ervaren vrijwilliger, met wie ze samen hun diensten draaien.
Alle vrijwilligers doen minstens één keer per jaar aan nascholing. Daarbij komt een verscheidenheid aan onderwerpen voorbij: omgaan met verlies, zorgvuldig signaleren, reflectie, en omgaan met lastig gedrag. Ook besteden we met nascholing extra aandacht aan voeding in de palliatieve fase en aan vaardigheden, zoals hand- en voetmassage.
De medewerkers van het hospice vormen een hechte gemeenschap. Iedereen staat voor elkaar klaar. Vrijwilligers met vragen kunnen altijd terecht bij de coördinatoren van het hospice: Joyce en Sabina. En ook medevrijwilligers weten het antwoord op veel vragen.
Lees de ervaringen van vrijwilligers
Ik wil graag meer weten
Maak kennis met het team
Foto’s van het hospice
‘Mijn eerste indruk van het hospice? Huiselijk. Helemaal geen beladen sfeer. Ik leerde bij de introductiecursus voor vrijwilligers hoe je moet zorgen voor de gasten. Hoe je een postoel gebruikt bijvoorbeeld, en hoe je omgaat met mensen in de laatste fase van hun leven. Ik heb geen ervaring in de zorg, en vond dat heel waardevol. Mijn eerste diensten liep ik mee met mijn buddy of een andere ervaren vrijwilliger.’
Meelopen met een buddy
‘Als vrijwilliger ben ik er voor de kleine dingen. Ik verwen de gast met lekker eten en drinken. En loop regelmatig binnen om te kijken of ze iets nodig hebben. Als mensen een beetje angstig zijn, probeer ik ze gerust te stellen. Maar niet elke gast heeft behoefte aan aanspraak. Er zijn is het toverwoord in het hospice.’
Zorgen voor mantelzorgers
‘Ik ben er ook graag voor mantelzorgers. De zorg kan zwaar zijn als het om je naaste gaat. Mantelzorgers zijn vaak helemaal op. Het geeft rust dat ze in het hospice de hele dag en nacht welkom zijn, maar dat er ook altijd een vrijwilliger aanwezig is om hun naaste bij te staan. Daardoor kunnen met een gerust hart een boodschap doen, of even op adem komen.’
‘In de tijd dat mijn moeder dementerend was, zorgde ik voor haar en zag ik de professionele zorg van dichtbij. De mooie kanten ervan en ook de obstakels. Daarom heb ik me aangemeld toen Hospice Zeeuwsch-Vlaanderen vrijwilligers zocht. Ik hoopte iets toe te kunnen voegen.’
Aanvoelen wat de gast wil
‘De belangrijkste taak van een vrijwilliger is, kijken wat de gast nodig heeft. Dat is een kwestie van vragen en aanvoelen. Af en toe je hoofd om het hoekje van de kamerdeur steken, die bij ons altijd openstaat. Soms is gezelschap het beste wat je kunt geven. Dan drink je een kopje thee mee of kijk je samen naar Goede Tijden Slechte Tijden. Ook op die manier kun je mensen troosten.’
Een grote eer
‘Inmiddels ben ik ook vervangend coördinator bij het hospice. Als de vaste coördinatoren afwezig zijn, kunnen vrijwilligers met hun vragen bij mij terecht. In het dagelijks leven doe ik kantoorwerk. Bij het hospice gebruik ik mijn hoofd en handen dus op een heel andere manier. Ik vind het een grote eer dat ik zo dicht bij mensen mag staan in de laatste fase van hun leven.’
Vrijwilliger Jannie: ‘Ik ben er voor de stervende en de mantelzorger’
‘Als ik voor de eerste keer thuiskom bij mantelzorgers, staat het water ze vaak aan de lippen. De zorg voor hun naaste valt hen zo zwaar dat ze echt ondersteuning nodig hebben. Ze willen zo graag eens iets voor zichzelf doen, zonder haast een boodschap halen of gewoon even rust nemen. Door mijn aanwezigheid ontstaat er tijd en ruimte voor hun eigen leven, en houden ze hun taak als mantelzorger beter vol.’
Aandacht
‘Ik ben er voor de stervende en de mantelzorger, maar breng de meeste tijd door met de persoon die op sterven ligt. Afhankelijk van wat iemand kan en wil, wandelen we of lees ik de krant voor. En ik luister. Ook in stilte kan ik er voor mensen zijn. Dan lees ik in hun nabijheid rustig een boek. Ik vraag dan wel eerst: Waar wilt u dat ik ga zitten? Ik kan naast u komen zitten of wat verder weg, bijvoorbeeld in de achterkamer. De stervende bepaalt, dat vind ik belangrijk.’
Zelfstandigheid
‘Als vrijwilliger bij de thuisinzet werk je niet samen met andere vrijwilligers. We wisselen elkaar soms wel af, maar werken niet tegelijk. Tijdens een dienst neem ik de beslissingen dus in mijn eentje. Ik houd van die zelfstandigheid. Ik volg de mantelzorger zoveel mogelijk in zijn zorg, óók als ik het zelf anders zou doen. Daarom is het belangrijk om een klankbord te hebben. Hiervoor deel ik mijn verhalen met de coördinatoren en andere vrijwilligers van de thuisinzet.’
Voldoening
‘Ik doe dit werk naast mijn vrijwilligerswerk in het hospice. Ook dat geeft me veel voldoening. Maar als er dan weer iemand nodig is voor de thuisinzet, meld ik me meteen weer aan. Dit werk is zo bijzonder. Dat een gezin me toelaat in zo’n verdrietige periode en de zorg voor hun naaste aan me toevertrouwt. En dat ik in zo’n laatste fase wat mag betekenen. Het ontroert me nog altijd, zelfs na achttien jaar.’